De eigenaar van een exclusieve Audi RS6 wil in 2018 zijn auto verkopen na een aanrijding buiten zijn schuld om. Ondanks dat de Audi helemaal op kosten van de verzekeraar van de tegenpartij One Underwriting (Aon), hersteld is, levert de auto toch minder op bij een verkoop. De eigenaar dient zijn claim in op basis van de taxatie van Bolsenbroek & Partners. Aon accepteert dat niet en schakelt haar contractexpert CED in. Volgens CED bedraagt de waardevermindering hoogstens € 4.500. De eigenaar wil echter € 12.500 conform onze rapportage hebben.
Het herstel van de auto met een nieuwwaarde van bijna twee ton kost € 35.000. Ondanks dat het herstel perfect is uitgevoerd, wil de eigenaar niet in ‘een schadeauto’ blijven rijden. Als hij de auto wil inruilen, wordt hij geconfronteerd met forse waardevermindering als gevolg van de schade. De eigenaar schakelt Bolsenbroek & Partners in om de waardevermindering te taxeren.
Drie schattingen van handelaren
Volgens Frank Bolsenbroek is er op de markt voor zeer exclusieve auto’s geen eenduidige objectivering van de waardevermindering mogelijk. Wij voeren een marktonderzoek uit onder drie verschillende handelaren in exclusieve auto’s, met de vraag wat volgens hen de waardevermindering zou moeten zijn. De bedragen lopen uiteen van € 9.000 tot € 19.000. Twee van hen geven bovendien aan een auto met een dergelijk zwaar schadeverleden niet zelf in de showroom te zetten, maar alleen door te verkopen aan een andere handelaar.
‘Arbeid is bepalende factor’
Op basis van dit resultaat vraagt de inmiddels door eigenaar ingeschakelde jurist mr. Tom Vriesema (ons zusterbedrijf EAL) aanvullend € 12.500 van Aon. Die weigert en schakelt CED in voor een deskundigenoordeel. CED stelt onder meer dat er relatief weinig arbeid- en spuitkosten op het herstel geweest zijn. Het grootste deel van het schadebedrag is opgegaan aan nieuwe onderdelen. Volgens CED is arbeid de bepalende factor voor de waardevermindering en komt die daarom hooguit op € 4.500 uit. Dat bedrag maakt Aon aanvullend over.
Geen verduidelijking CED
Vriesema start een kort geding bij de kantonrechter in Eindhoven waar Aon echter bakzeil moet halen. Net als Bolsenbroek en Vriesema vindt de rechter dat CED onvoldoende heeft onderbouwd waar de waardevermindering van € 4.500 op gebaseerd is. De rechter besluit daarom het CED-rapport buiten beschouwing te laten.
Hoewel volgens het vonnis een schadebedrag op basis van drie schattingen handelaren ook wat mager is, ziet de rechter geen ander alternatief dan aansluiting te zoeken bij de conclusie van Bolsenbroek. Aon moet aanvullend € 8.000 overmaken.
‘Onafhankelijkheid bestaat niet’
Bolsenbroek zegt in een reactie dat deze zaak weer een voorbeeld is van de slager die zijn eigen vlees keurt. “Aon geeft de opdracht aan CED om te begroten. De vermeende onafhankelijkheid bestaat hierbij niet. Deze uitspraak mag en kan dienen als voorbeeld dat de macht van verzekeraars hier niet hoeft op te gaan, mits je maar doorzet.”
Heeft u een soortgelijk geschil met uw verzekeraar? Wij helpen ook u graag hiermee verder.