Er ontstaan steeds vaker problemen met het importeren van voertuigen uit andere lidstaten wanneer het CVO (Certificaat Van Oorsprong) bij inschrijving niet kan worden getoond. Keurmeesters van de Rijksdienst Wegverkeer (RDW) ‘eisen’ bij de inschrijving van een importauto soms een CVO. Zonder het aanleveren van die CVO wordt de inschrijving in het NL kentekenregister dan niet voltooid. De uitleg daarbij is dat men anders niet de CO2 uitstoot (al dan niet WLTP gemeten) kan vaststellen. Een dergelijk standpunt van een keurmeester is onjuist. Dat heeft de RDW inmiddels ruimhartig bevestigd.
Kern is dat een voertuig dat is geregistreerd in een andere EU lidstaat eenvoudig moet kunnen worden ingeschreven in een andere EU lidstaat, in ons geval Nederland. Blijkens de eerdere registratie in de EU, voldoet de auto aan de Europese toelatingseisen. Het (niet kunnen) vastleggen door de RDW van de CO2 uitstoot vanwege een ontbrekend kentekengegeven in andere lidstaten. Daarmee is er niets dat inschrijving in Nederland in de weg mag staan. De RDW geeft aan dat wél te moeten doen wat te maken zal hebben met de wens van de belastingdienst hieromtrent. Om BPM te kunnen aangeven, zal je als importeur ook de CO2 uitstoot moeten opgeven. Voor de Belastingdienst is de RDW vaststelling het meest betrouwbaar. Uiteindelijk is het aan de belastingplichtige om ter berekening van de aan te geven rest BPM de In zijn optiek juiste CO2 uitstoot te gebruiken.
Het hebben van een CVO voorkomt veel onnodige discussie en verdient daarom aanbeveling. Wanneer je het CVO echter niet hebt is het verkrijgen ervan niet zelden moeizaam en bovendien veelal kostbaar. Als aangever moet je bij het ontbreken van de CO2 uitstoot deze ook maar zo zuiver mogelijk zien te achterhalen. Het liefst op VIN-niveau (voertuigspecifiek). Een ‘mooi voorbeeld’ zijn Deense auto’s. Steeds vaker zien wij jonge auto’s uit Denemarken geïmporteerd worden. Het CO2 gegeven mist op de Deense registratie en kan daar niet van worden overgenomen. Denemarken deelt het via haar belastingdienst SKAT echter op betrouwbare wijze. Op VIN niveau is de CO2 uitstoot daarmee perfect én betrouwbaar te motiveren voor de RDW én te gebruiken voor de BPM aangifte. Het eisen van een CVO leidt keer op keer niet tot andere CO2 uitstoot gegevens.
Bij Spaanse import is het tot nu toe veelal lastiger om zonder CVO een CO2 uitstoot vast te stellen. Voor de belastingaangifte kán worden volstaan met vergelijking. De RDW kán de CO2 uitstoot berekenen op NEDC 1.0 niveau via de zgn Scandinavische rekenmethode. Deze waarde is vaak aanmerkelijk hoger. De belastingdienst kán deze te hoge waarde vervolgens aanhouden en een naheffing erop baseren. In dat stadium is het aanvragen van een (bevestigende CVO) nog tijdig genoeg en is een bezwaar tegen de naheffing ‘een inkopper’. Daarbij zien wij ook gebeuren dat de fiscale waarde (grondslag bijtelling) wordt gecorrigeerd. Dit is ongeoorloofd aangezien je als BPM aangever een lagere CO2 uitstoot met daaraan te relateren fiscale waarde hebt opgegeven. Totdat blijkt dat de aangegeven waarde te laag is, dient deze te worden gehanteerd.
Het is uitermate belangrijk om zuiver om te gaan met de CO2 uitstoot. De wijziging in de BPM tabel per 1 juli, doet daar op zich hélemaal niets aan af maar strooit mogelijk wel zand in de raderen. Verdere verwarring hieromtrent moeten we voorkomen aan zowel de importeurs zijde als aan de zijde van de Belastingdienst en RDW.