De Belastingdienst laat zich opnieuw van haar slechtste kant zien richting ondernemers en toont zich een onbetrouwbare partner zonder enig respect voor haar klanten – de ondernemers die jaarlijks miljoenen aan belastinggelden in de Staatskas storten.
Sinds jaar en dag is het bijvoegen van de inkoopfactuur een standaard onderdeel van de bpm-aangifte met een taxatierapport. De vermelding van het aankoopbedrag in rubriek 8c in de bpm-aangifte was echter nooit een dwingende vereiste en vormde geen reden voor ‘uitval’ van aangiftes. Dit leek ook overbodig daar de inkoopfactuur als bijlage immers bij de aangifte aanwezig is. De discussie over de relevantie van dit aankoopbedrag in de bpm-aangifte of de toegevoegde waarde van de inkoopfactuur als bijlage loopt al jaren, en naar onze overtuiging blijft deze informatie irrelevant. Desondanks hebben wij altijd binnen de gestelde regels gehandeld en de richtlijnen gevolgd.
Onverwachte en onmiddellijke handhaving
Nieuw is dat de Belastingdienst per direct handhaaft op deze eis. Dit vernamen wij gisteren via een mededeling van een vertegenwoordiger van de Belastingdienst. Het meest ernstige aspect hiervan is dat deze handhaving zonder enige overgangstermijn is ingevoerd. Dit betekent dat alle reeds ingediende, maar nog niet behandelde bpm-aangiftes waarin dit veld niet is ingevuld, per direct ‘uitvallen’ en niet in behandeling worden genomen.

Gevolgen voor autobedrijven / importeurs
Dit leidt tot een massale vertraging in de afgifte van kentekens, met aanzienlijke consequenties voor autobedrijven en importeurs. De Belastingdienst zal nu per geval een ‘informatieverzoek’ sturen, dat de aangever zelf moet afhandelen. Dit brengt extra administratieve lasten met zich mee en zorgt voor ernstige vertragingen in de registratie en aflevering van voertuigen aan klanten.
Wij onderzoeken momenteel of deze plotselinge maatregel in strijd is met bestaande wet- en regelgeving of overheidsrichtlijnen. Dit onzorgvuldig en onbehoorlijk handelen van de Belastingdienst kan strijdig zijn met het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, fundamentele principes die overheidsinstanties verplichten tot voorspelbaar en transparant beleid. Deze abrupte wijziging zonder overgangstermijn roept serieuze vragen op over de rechtmatigheid van deze werkwijze. Ook via het openbaar delen van dit bericht is de belastingdienst hiervan reeds nu op de hoogte.
Nieuwe eis: Omzetbelastingnummer van buitenlandse leverancier
Waar we al wél op kunnen voorsorteren, is de aankondiging dat het ‘Omzetbelastingnummer van de buitenlandse leverancier’, eveneens in rubriek 8c, vermeld moet worden. Wij adviseren u dan ook om deze gegevens voortaan standaard in te vullen. Door hier proactief op in te spelen, kunnen verdere vertragingen en complicaties mogelijk worden voorkomen. Hier wordt vooralsnog niet op gehandhaafd, echter ook al langer onderdeel van het aangifteformulier.
Wat kunt u doen?
Houd er rekening mee dat lopende en toekomstige bpm-aangiftes zonder volledig ingevulde rubriek 8c direct worden geweigerd. Zorg ervoor dat u deze gegevens correct invult om verdere vertragingen te voorkomen. Wij blijven dit op de voet volgen en zullen u zo snel mogelijk informeren over verdere ontwikkelingen.
Deze situatie laat opnieuw zien hoe de Belastingdienst haar rol als ketenpartner niet serieus neemt en de ondernemers frustreert met onnodige administratieve verplichtingen en onvoorspelbaar beleid. Wij betreuren deze ontwikkeling ten zeerste maar kunnen er verder weinig rol van betekenis in vervullen.